Box 1 betreft het belastbaar inkomen uit werk en woning, wat een essentieel onderdeel vormt van het Nederlandse belastingstelsel. Dit inkomen bestaat uit een gevarieerde samenstelling van verschillende bronnen en componenten die allemaal op een specifieke manier worden beoordeeld voor belastingdoeleinden.
De volgende componenten vormen samen het belastbaar inkomen in Box 1:
- De belastbare winst uit onderneming, wat alle inkomsten en aftrekbare kosten uit zakelijke activiteiten omvat
- Het belastbare loon, waaronder salaris, vakantiegeld en andere werkgerelateerde vergoedingen vallen
- Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, zoals freelance inkomsten of verhuur van bezittingen
- De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen, bijvoorbeeld alimentatie of bepaalde uitkeringen
- De belastbare inkomsten uit eigen woning, waarbij het eigenwoningforfait en de hypotheekrenteaftrek een rol spelen
- De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen, die ontstaan bij bijvoorbeeld het afkopen van pensioenen
- De negatieve persoonsgebonden aftrekposten, die kunnen voortkomen uit terugbetalingen van eerder afgetrokken bedragen
Belastingtarieven
Box 1 kent een progressief tariefstelsel met twee verschillende tariefschijven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Belastingplichtigen geboren vóór 1 januari 1946
- Belastingplichtigen geboren na 31 december 1945
Box 1 tabel 2025 (nog niet de AOW-leeftijd bereikt)
Belastbaar inkomen meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) | |
Eerste schijf | – | 38.441 | 35,82 |
Tweede schijf | 38.441 | 76.817 | 37,48 |
Derde schijf | 76.817 | – | 49,50 |
Let op! De aftrek wordt afgetopt op het tarief van 37,48% in de tweede schijf.
Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, gelden andere tarieven. Je betaalt dan geen AOW-premie meer. Wat betaal je wel? Dat is afhankelijk van wanneer je geboren bent.
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen AOW'ers die geboren zijn voor 1 januari 1946 en geboren na 1 januari 1946. Dit zijn de tarieven binnen de belastingschijven 2024 voor AOW'ers:
Box 1 tabel 2025 vóór 1 januari 1946
Belastbaar inkomen meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) | |
Eerste schijf | – | 40.502 | 17,92 |
Tweede schijf | 40.502 | 76.718 | 37.48 |
Derde schijf | 76.718 | – | 49,50 |
Box 1 tabel 2025 na 31 december 1945:
Belastbaar inkomen meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) | |
Eerste schijf | – | 38.441 | 17,92 |
Tweede schijf | 38.441 | 76.718 | 37.48 |
Derde schijf | 76.718 | – | 49,50 |
AOW-gerechtigden
Voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, is een aangepast tariefstelsel van toepassing aangezien zij niet langer verplicht zijn om AOW-premie af te dragen.
Deze aanpassing zorgt voor een lagere belastingdruk in vergelijking met werkende mensen onder de AOW-leeftijd. In het specifieke kalenderjaar waarin een belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, wordt een speciaal gemengd tarief toegepast dat rekening houdt met de periode vóór en na het bereiken van de AOW-leeftijd.
Inkomensbronnen
Een belangrijk principe is dat inkomen alleen belast wordt als dit voortvloeit uit een inkomensbron. Hiervoor moet sprake zijn van:
- Een duurzaam voordeel (positief of negatief)
- Deelname aan het economisch verkeer
- Een redelijkerwijs te verwachten voordeel
Fiscaal Partnerschap
Voor de belastingheffing in box 1 speelt het fiscaal partnerschap een belangrijke rol in de verdeling van inkomsten. Wanneer twee personen als fiscale partners worden aangemerkt, hebben zij de flexibiliteit om bepaalde inkomensbestanddelen onderling te verdelen op een manier die voor hen het meest voordelig is.
Deze verdeling kunnen zij naar eigen inzicht toepassen bij het invullen van hun aangifte inkomstenbelasting, wat mogelijkheden biedt voor fiscale optimalisatie binnen het partnerschap.
Aftrekposten
Het belastbaar inkomen in box 1 wordt verminderd met:
- De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
- De uitgaven voor inkomensvoorzieningen
- De persoonsgebonden aftrek
- Te verrekenen verliezen uit werk en woning
Het moment van belastingheffing wordt bepaald door het tijdstip waarop inkomsten:
- Zijn ontvangen
- Zijn verrekend
- Ter beschikking zijn gesteld
- Rentedragend zijn geworden
- Vorderbaar en inbaar zijn geworden
Een rekenvoorbeeld mét €100.000 winst als ZZP’er in 2025:
Stel je bent gestart als ondernemer in 2025 met ondernemen en maakt als ZZP’er €100.000 winst, waarbij je voldoet aan het urencriterium. Hoeveel belasting zal je dan opzij moeten zetten voor de Belastingdienst?
ONDERWERP | 2025 | Uitleg |
Winst voor Belasting | € 100.000 | Dit komt uit je boekhouding |
Zelfstandigenaftrek | -€ 2.470 | Dit krijg je als je voldoet aan ht urencriterium |
Startersaftrek | -€ 2.123 | Dit krijg je als je net start als ondernemer (maximaal 3x toe te passen) |
Winst na ondernemersaftrek | € 95.407 | |
MKB Winstvrijstelling | -€ 12.117 | Dit is een % van de winst na ondernemersaftrek (12.7%) |
Winst Uit Onderneming | € 83.290 | |
Tussensom Inkomen | € 100.000 | |
Arbeidsinkomen | € 100.000 | |
IB en Premie Volksverzekeringen | € 31.473 | |
ZVW | € 3.990 | Dit betreft de ZorgVerzekeringsWet |
NOG TE BETALEN AAN DE BELASTINGDIENST | € 35.463 | IB en Premie Volksverzekeringen + ZVW |
Note: Dit is geen financieel advies, dus raadpleeg altijd een financieel adviseur voor jouw situatie.
🛒 Wil jij deze berekening zelf maken? Download hier het handige rekenmodel over 2025
Conclusie
Box 1 is het deel van het Nederlandse belastingstelsel dat gaat over belasting op inkomen uit werk en woning. Dit werkt met oplopende belastingpercentages: hoe meer je verdient, hoe hoger het percentage dat je betaalt.
Er zijn aparte tarieven voor mensen met AOW. Partners kunnen hun inkomsten onderling verdelen zoals zij dat willen. Ook kun je verschillende kosten aftrekken van je belastbaar inkomen.
De regels zijn duidelijk over wanneer je belasting moet betalen.