Bij de aanschaf van een gezamenlijke woning door gehuwden met huwelijkse voorwaarden staat men voor een belangrijke keuze wat betreft de hypothecaire financiering.
Deze keuze draait om de vraag of men kiest voor de wettelijke regeling of voor ieders draagplicht.
Dit heeft niet alleen fiscale gevolgen, maar bepaalt ook de onderlinge vermogensverhoudingen tussen de partners.
De wettelijke regeling…
houdt in dat de schuldverhouding de eigendomsverhouding volgt, waarbij partners fiscaal gezien evenveel schuld aangaan.
Bij de draagplichtregeling…
daarentegen wordt gekeken naar de individuele inbreng en financiële situatie van beide partners, wat kan leiden tot verschillende hypotheekdelen.
Deze keuze is vooral relevant wanneer partners verschillende uitgangssituaties hebben, bijvoorbeeld wanneer één partner een eigenwoningverleden heeft met een eigenwoningreserve, terwijl het voor de andere partner de eerste koopwoning betreft.
De gevolgen van deze keuze hebben impact op zowel de hypotheekrenteaftrek als de onderlinge verrekening tussen partners.
Een rekenvoorbeeld:
Hieronder neem ik je mee aan de hand van een voorbeeld:
Een getrouwd stel (Manfred de Graaf en Bianca Braams) met huwelijkse voorwaarden (koude uitsluiting) koopt in augustus 2024 een woning.
Belangrijke uitgangspunten:
- Aankoopprijs: € 480.000 k.k.
- Annuïteitenhypotheek: € 400.000
- Eigendomsverhouding: 50/50
- Huwelijksdatum: juni 2024
Financiële Details
Kostenpost | Bedrag |
Totale Aankoopsom | € 480.000 |
Hypotheek Totaal | € 400.000 |
Verdeling Hypotheek: | |
Leningdeel 1 (327 maanden) | € 153.200 |
Leningdeel 2 (360 maanden) | € 246.800 |
Overwaarde oude woning Manfred | € 93.600 |
Bijkomende Kosten
Kostenpost | Bedrag |
Notaris (leveringsakte + kadaster) | € 800 |
Notaris (hypotheekakte + kadaster) | € 700 |
Taxatie hypotheek | € 500 |
Hypotheekadvies | € 2.000 |
Eigenwoningverleden Manfred
Conform artikel 3.119a Wet IB 2001:
- Vorige woning gekocht: 1 november 2021 voor € 250.000
- Oorspronkelijke hypotheek: € 224.000 (30 jaar, 5% rente)
- Verkoopprijs augustus 2024: € 308.100
- Resterende hypotheek bij verkoop: € 214.500
- Eigenwoningreserve (EWR): € 93.600
Wettelijke Regeling vs. Draagplicht
Wettelijke Regeling
- Schuldverhouding volgt eigendomsverhouding (50/50)
- Gezamenlijke eigenwoningschuld: € 400.000
- Beiden € 200.000 eigenwoningschuld
- Leningdelen worden 50/50 verdeeld
Draagplicht
Manfred:
- Verwervingskosten: € 246.800
- Eigen middelen: € 93.600
- Hypotheek: € 153.200 (327 maanden)
Bianca:
- Verwervingskosten: € 246.800
- Eigen middelen: € 0
- Hypotheek: € 246.800 (360 maanden)
Fiscale Implicaties
Bij toepassing van artikel 3.119d Wet IB:
- Manfred heeft een resterende aflossingsstand van € 61.300 (327 maanden)
- Bianca's eerste eigen woning: volledige box 1 financiering mogelijk
- Vergoedingsrechten kunnen ontstaan bij afwijkende betalingen
- Rentebetalingen vallen onder kosten huishouding volgens huwelijkse voorwaarden
Let op: Deze case illustreert het belang van zorgvuldige afweging tussen wettelijke regeling en draagplicht, vooral bij partners met verschillende eigenwoningverledens.
Conclusies
Bij de keuze tussen de wettelijke regeling en de draagplichtregeling voor een hypotheek is een zorgvuldige afweging essentieel, vooral wanneer partners verschillende eigenwoningverledens hebben.
Belangrijk is dat bij beide regelingen vergoedingsrechten kunnen ontstaan als de hypotheeklast anders dan volgens de afgesproken verdeling wordt betaald. Rentebetalingen vallen onder de kosten van de huishouding volgens de huwelijkse voorwaarden.